De coronacrisis in de woningmarkt; 

Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten

De coronacrisis heeft grote gevolgen voor vrijwel alle Nederlanders, waardoor ook huurrelaties worden geraakt.

Sinds juli 2016 bestaat de mogelijkheid om woningen tijdelijk voor de duur van maximaal twee jaar te verhuren. Deze huurovereenkomsten lopen van rechtswege af, zolang als de verhuurder de huurder tijdig informeert dat de overeenkomst echt eindigt op de overeengekomen datum. De huurder heeft in dat geval geen huurbescherming en zal de woning moeten verlaten. Vanwege de coronacrisis en de beperkingen waarmee we allemaal worden geconfronteerd, heeft de overheid maatregelen getroffen om deze huurders te beschermen teneinde te voorkomen dat zij op straat komen te staan. De overheid heeft op 16 april 2020 een spoedwet aangenomen: de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten. 

Deze wet, die is ingegaan per 12 maart 2020 en loopt tot 1 september 2020, maakt het mogelijk om tijdelijke huurovereenkomsten die eindigen na 31 maart 2020 en voor 1 juli 2020 te verlengen met maximaal drie maanden. Verhuurder die de huurder met een contract van korter dan twee jaar mededeelt dat de huurovereenkomst ook echt eindigt op de overeengekomen datum, moet de huurder schriftelijk informeren over de mogelijkheid om een verlenging van de huurovereenkomst te vragen voor een duur van 1 tot 3 maanden en uiterlijk tot 1 september 2020. De huurder heeft vervolgens één week na de kennisgeving van verhuurder om dit te doen. Indien verhuurder nalaat de huurder schriftelijk te informeren, verschuift die termijn. Laat de huurder na tijdig om verlenging te vragen, dan eindigt de huurovereenkomst op de overeengekomen datum. 

Als de huurovereenkomst wordt verlengd, dan moet de verhuurder het einde van de huur opnieuw aanzeggen. Doet de verhuurder dit niet of niet tijdig, dan ontstaat er alsnog een huurovereenkomst van onbepaalde tijd. Verhuurders moeten dus alert blijven, wanneer zij geen huurovereenkomst willen van onbepaalde tijd! De mogelijkheid van huurder om bij dergelijke tijdelijke huurovereenkomsten de huur tussentijds op te zeggen, blijft onverminderd van kracht.

Verhuurder heeft alleen het recht het (tijdige) verzoek om verlenging te weigeren:

A. als hij het gehuurde al heeft verhuurd aan een ander of hij de woning leeg moet opleveren aan een derde vanwege verkoop of voorgenomen sloop of de woning leeg moet hebben vanwege een renovatie die met voortduring van de huurovereenkomst niet mogelijk is;

B. verhuurder de woning zelf wil betrekken en hij geen andere woonruimte meer heeft;

C. of indien huurder zich niet als goed huurder heeft gedragen.

Bij onenigheid tussen huurder en verhuurder over de gewenste verlenging van de huurovereenkomst kunnen zij zich tot de rechter wenden, die dan de knoop zal doorhakken. Zolang als de procedure loopt, mag de huurder in de woning blijven wonen. Er is geen hoger beroep mogelijk tegen de uitspraak van de rechter in deze. De Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten werkt met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2020 en vervalt met ingang van 1 september 2020. Op grond van art. 7 van deze Spoedwet kan worden besloten als de coronacrisis voortduurt om de Spoedwet te verlengen na 1 september 2020, waardoor dan ook de al verlengende huurovereenkomsten nog eenmaal verlengd kunnen worden. De minister heeft onlangs aangegeven een verlenging tot 1 november 2020 te overwegen, maar op het moment van publicatie van dit artikel is een besluit nog niet genomen.

Wilt u meer informatie of advies over dit onderwerp, neemt u dan gerust contact op met Brugrecht advocaten, per e-mail info@brugrecht.nl of bel 070-3263281.

Dit artikel is actueel op de datum van publicatie, vanwege de continue ontwikkeling van het recht kan de inhoud op een later moment niet meer up to date zijn.